Tijdens de kraamweek ga je, samen met de kraamverzorgende, verschillende voedingshoudingen uitproberen. Afhankelijk van je postuur, de vorm van je borsten maar ook van je mobiliteit, zal jij je bij de ene houding comfortabeler voelen dan bij de andere. Door ze toe te passen, zal je merken dat jij een bepaalde voorkeur zal ontwikkelen. Alles is goed zolang het voor jou en je kindje werkt.
Wat voor houding jij aanneemt, zorg er altijd als eerste voor dat jij goed zit en dat je rug en schouders voldoende ondersteuning krijgen.
Daarbij is het belangrijk om in de gaten te houden dat jij huid-op-huid contact met je kindje hebt tijdens het drinken, dat zijn hoofdje in de verlenging van zijn rug staat (en niet gedraaid is) en dat zijn kinnetje in contact blijft met de borst voor een optimale stimulans en ervoor zorgen dat zijn neusje vrij is.
Hierbij de verschillende voedingshoudingen, hun karacteristieken en hun voordelen.
- De Madonnahouding
In de Madonnahouding houd je de baby vast met dezelfde arm als de kant waar je borstvoeding geeft (rechterarm, rechterborst). Je rug en schouders zijn ondersteund, jij hebt een ontspannen zittende houding en ligt je baby buik tegen buik tegen je aan. Je kunt de andere hand gebruiken om je borst te ondersteunen tijdens het aanleggen, voorvormen als het nodig is of extra compressie geven.
Het voordeel van de Madonnahouding is dat je deze overal kunt toepassen, zowel in als buitenshuis, zonder andere attributen dan je eigen lichaam. Daarbij is deze houding toepasselijk op alle leeftijden van je kindje; mocht het gewicht toch wat zwaarder worden, zorg ervoor dat je de voedende arm ergens op kan leunen.
- De doorgeschoven Madonnahouding
Deze lijkt op de Madonnahouding maar je armen wisselen van rol; als je de baby rechts aanlegt, begeleid je hem met je linke hand/arm en vice versa.
Je hebt in deze houding meer controle over het babyhoofdje waardoor het aanleggen meestal gemakkelijker gaat, daarom is deze houding zeer geschikt bij pasgeborenen of bij kindjes die moeite hebben om de borst aan te happen.
Doordat je een hand vrij hebt, kan jij de borst indien nodig ondersteunen of voorvormen, war de baby extra kan ondersteunen.
Deze houding is makkelijk en overal toe te passen. Als de kindjes groter en zwaarder worden, is het alsnog mogelijk om met de doorgeschoven hand aan te leggen en vervolgens de traditionele Madonna houding aan te nemen.
- De Rugbyhouding (of bakerhouding)
In deze houding zit je redelijk rechtop terwijl de baby tegen je hand en onderarm rust. Je hebt de controle over zijn nekje en hoofdje en zijn lichaam ligt dicht tegen je zij, met de voetjes in de richting van de rug van het bed, stoel of bank. De baby kan zowel horizontaal als zittend aangelegd worden, kijk naar wat het beste voor je anvoelt.
Daar ook heb je een hand vrij om je borst te ondersteunen of de tepel goed et richten richting het mondje van de baby.
Deze houding leent zich heel goed bij het voeden van een tweeling, na een keizersnede of bij vrouwen met zware borsten. Enige nadeel is dat je bij deze houding afhankelijk bent van een stoel, bed of bank waardoor je die niet in alle omstandigheden kunt toepassen.
- De zijligging
Zoals de naam het zegt, liggen mama en baby op hun zij, tegen elkaar aan, het hoofdje van de baby recht voor de borst. Het bed ondersteunent de baby waardoor je zelf helemaal relaxt ligt.
De zijligging is ideaal voor ontspannen nachtvoedingen in bed, maar is ook ideaal op de bank of op een kleedje op het strand of in het park.
De houding is heel fijn voor vrouwen die na de bevalling last hebben van hechtingen of aambeien, of na een keizersnede.
- De zittende houding (of koala houding)
De baby zit op schoot, rechtop, met zijn benen aan weerzijden van die van zijn moeder. Een hand begeleidt zijn rug en hoofd, de andere hand kan de borst ondersteunen.
De zittende houding is fijn voor kindjes met reflux klachten; het zorgt ervoor dat de slokdarm zo min mogelijk overbelast wordt door de snelle en natuurlijke stroming van de melk.
Minder toepasselijk voor moeders met zware borsten die moeite zullen krijgen met het vasthouden van de baby.
- Biologiocal nurturing (achterover leunend)
Bij deze houding leun je lekker achterover en ligt je baby op je buik, zijn beentjes richting jouw benen. De baby gaat nog makkelijker op zoek naar de borst en het aanhappen wordt bevorderd. Het is een zeer relaxte houding die een extra beroep doet op de natuurlijke reflexen van de baby. De moeder hoeft helemaal geen kracht in te zetten, wat heel prettig is na de bevalling. Het huid -op- huidgevoel is daarbij intens, een duidelijke pluspunt voor de borstvoedingservaring.
Wanneer je een krachtige toeschietreflex hebt en je baby zich regelmatig daardoor verslikt, kan de achterover leunende houding uitkomst bieden. Hoe meer je achterover leunt, hoe gemakkelijker de baby om kan gaan met de sterke stroom van melk, doordat de zwaartekracht in zijn voordeel werkt.
Welke houding heeft jouw voorkeur?